|
The Big Trip Mei 2 Dinsdag 15 mei 2007 Gisteren was het een constante stroom caravans die binnen kwamen en vanmorgen zie je de een na de ander weer vertrekken. Port Augusta is een knooppunt van de hoofdwegen Noord – Zuid en Oost –West. Alles komt hier langs. We zitten hier aan het eind van de Spencer Gulf en we kunnen aan de overkant de treinen klaar zien zetten. Er worden er steeds meer aangekoppeld tot een ongelooflijke sliert die tegen de avond in beweging komt en met de ondergaande zon is dat prachtig om te zien. Ik heb een klein beetje rond gereden en kwam langs de oude watertoren. Het is nu een uitkijktoren geworden met uitzicht over de omgeving. Je kunt de verschillende wegen zien verdwijnen in de verte. Port Augusta is ook de poort naar de outback en het laatste stukje bewoonde wereld voor je weer de eindeloze vlaktes om je heen kan zien. We hebben nog twee nachten bijgeboekt om toch iets meer van de omgeving en Port Augusta zelf te kunnen bekijken. Ik probeer voor dat wij vertrekken nog een update te doen en mei 1 op het net te zetten want hoe het internet gaat als we eenmaal in het binnenland zitten weet ik niet. Woensdag 16 mei 2007 Het is een mooie dag, een strakke blauwe lucht. Gisterenavond kwamen Jan en Susan even langs. Ze zijn ook met hun “Sterling” onderweg naar Darwin. We wisselen wat gegevens uit over hun en onze caravan en wensen elkaar goede reis. Zij zijn vandaag vroeg vertrokken en wij blijven nog tot vrijdag. Ik heb de computer bijgewerkt en Ineke is naar de stad geweest en de dag is alweer om. Donderdag 17 mei 2007 Ik ga vroeg naar de stad en ga proberen verbinding te maken met het internet. Ik was gisteren bij de bibliotheek wezen vragen of ze wireless internet hebben, dat hebben ze maar geen stopcontact dus alles moet op de accu van je laptop. Wij hebben een omvormer op de sigarettenaansteker dus als ik zo verbinding kan maken blijf ik in de auto werken. Geen probleem, ik moet alles opgeven, naam, adres en emailadres en moet zelf een wachtwoord maken. Ik krijg een kaartje met een inlognaam en mijn wachtwoord en een lijst met 28 bibliotheken in South Australia waar ik gebruik kan maken van wireless internet met hetzelfde inlognaam en wachtwoord GRATIS ! Dat noem ik nog eens service. Je hoeft dan zelfs niet meer naar binnen, gewoon voor de deur en verbinding en niet eens slecht. Ik heb alles bijgewerkt, inclusief alle spamberichten en ik ben blij dat alles weer up to date is. Ineke heeft met een vrouw staan praten die ook naar het noorden gaat en ze gaat even langs bij hun om bij te praten en een paar goede tips en adressen te krijgen over caravanparken en campsites op weg naar Darwin. Ik ga de rommel opruimen en klaar zetten, morgen gaan we de outback in. Vrijdag 18 mei 2007 De tips waren goed en de meeste kwamen uit het “Camp 3” boek. Daar staan bijna alle Free campsites en rest areas van Australië in. Ineke haalt nog snel wat boodschappen en het nieuwe boek “Camp 4”, nu kunnen we die plaatsen ook zelf opzoeken. Kwart over negen gaan we op weg, weer de outback in naar Woomera, een rit van ongeveer 180 km . Het is steeds weer mooi om de omgeving te zien veranderen van heuvels naar steeds lagere begroeiing tot er uiteindelijk niets anders over is dan de eindeloos lijkende weg met dorre struikjes in rood stof. Ook het verkeer is weer minimaal en de spaarzame auto’s groeten elkaar weer bij het passeren. De eindeloze vlakte wordt hier en daar onderbroken door en eenzame heuvel, alsof hij daar is neergelegd om de eentonigheid te onderbreken en enorme meren met weinig of geen water door de aanhoudende droogte. Als Ineke even het fototoestel neerlegt steekt er ineens een Emu over, door de schutkleuren zie je ze niet aankomen maar staan ineens voor je op de weg. Gelukkig is er niets gebeurd en is hij of zij weer snel verdwenen. Het is heerlijk weer om te rijden, helder met wat lichte bewolking en niet te warm en na een korte koffiestop komen we om 12 uur aan op Woomera Caravan Park. Woomera is na de oorlog de plaats geworden waar raketten werden getest en gelanceerd. Het stadje groeide uit tot 6000 inwoners en er werden later asiel zoekers opgevangen in op gevangenis lijkende gebouwen. Er is een open museum waar de verschillende raketten, bommen en vliegtuigen staan tentoongesteld. Ook de resten van de “Redstone raket” die geborgen zijn uit de Simson desert en die in 1967 gebruikt is om de eerste satelliet van Australië, de WRESAT, in de ruimte te brengen. Het stadje is ook echt gebouwd als een legerplaats met de genummerde huizenblokken. Er zijn nu nog maar ongeveer 400 inwoners over en de meeste van die blokken en huizen zijn ook al afgebroken en alleen de lege straten zijn nog maar over. Zaterdag 19 mei 2007 We gaan vandaag naar Roxby Downs, daar liggen de mijnen waar goud, zilver, koper en tin gedolven worden en naar Andamooka, waar de opaalmijnen zijn, een rit van 100 km. Het is kwart over negen en we stoppen eerst in Roxby Downs. Er is een markt en daar kom je niet langs als Ineke dat gezien heeft. Je kunt aan alles zien dat er goed verdiend wordt. De meeste mensen werken in de mijn, dat betaald goed en dat is te zien aan de kleding, de auto’s en de artikelen in de winkels. De mijn is in het weekend niet te bezoeken, we rijden wel langs de ingang waar ook de toegang naar de beruchte Odnadatta Track is. Een uitdaging voor de vele 4 wd reizigers die echt de woestijn willen voelen maar voor ons is dat net iets te veel. Gelukkig mag en kan het ook niet met onze caravan vanwege de garantie, hij is ook niet gebouwd op het ruige werk. We rijden door naar Andamooka en het uitzicht is net als op zee, alleen voor ons is het rood in plaats van blauw. Het is een echt opaalmijn stadje, enorme molshopen, alsof een reuze mol door de omgeving gaat. Half ingebouwde huizen met hier en daar een “nieuw” huis. Afgedankte machines en af en toe een overblijfsel uit de oude begintijd. Er zijn wel twee politie bureaus, ook hier proberen figuren geld te maken zonder te werken. Het ziet er allemaal troosteloos uit en zo moet je ook wel willen leven, geld zou dat voor mijn niet goed kunnen maken. Op de campsite aan de rand van Andamooka zien wij de caravan van Allan en June, ze blijven hier een paar dagen en we drinken gezellig een bakje koffie mee voor we weer terug rijden naar Woomera. Zondag 20 met 2007 Vandaag gaan we naar Coober Pedy, een rit van haast 400 km dus vertrekken we om kwart over acht. We stoppen bij de lookout van Lake Hart, een enorm meer dat ook is getroffen door de droogte. Je kunt er op de parkeerplaats ook blijven staan met de caravan om te overnachten verschillende mensen hebben dat dan ook gedaan. Je kan aan de omgeving wel zien dat er water onder de grond is. Er zijn wat meer heuvels en hogere begroeiing. Verder is het weer vlak zover als je kan kijken het enige viaduct gaat over de spoorlijn van Port Augusta naar Darwin. Korte stops voor koffie is makkelijk op de vele rest area’s. De verschillende “molshopen” geven aan dat we Coober Pedy naderen. Om twee uur rijden we Stuart Caravan Park op, een mooi park en maar net 1 km buiten Coober Pedy, lekker rustig. Een mooi park netjes schoon maar douchen kost $0,20 voor drie minuten, water moet je hier voor betalen al is het naar Nederlandse begrippen niet echt duur. Maandag 21 mei 2007 Coober Pedy is een stadje met 3.500 inwoners en waar 50% van de mensen onder de grond woont. 60% is Europees, migranten van na de tweede wereld oorlog uit oost en zuid Europa. Samen met Andamooka en Mintabie produceren ze 85% van de opalen in de wereld. Na de aanleg van de Stuart Hwy in 1987 is het vervoer en de bezoekers pas goed op gang gekomen en er komen nu jaarlijks 150.000 toeristen het stadje en de mijnen bezoeken. De zomers zijn erg heet en de winternachten koud. Het klimaat onder de grond is constant 25 graden, geen kachel nodig, wel licht ;-) We bezoeken het Faye’s ondergronds huis, we betalen een kleine intree en krijgen een rondleiding van Collin. De vele kamers en het zwembad zijn prachtig om te zien. Omdat het water van het zwembad te snel verdampte is het overdekt en bij het huis getrokken. De pijpen die overal uit de grond steken geven aan waar de woningen zijn. We bezoeken de Catacomb Church, er is geen rondleiding, wel een pijltje waar de lichtknop is en overal uitleg over het ontstaan en een vriendelijk verzoek het licht weer uit te doen bij vertrek. Je hoeft niet gelovig te zijn om alles te bewonderen. We gaan naar de “Old Timers Mine”, gegraven met de hand en door de eigenaars dicht gegooid zodat hij niet ontdekt zou worden, ze zijn echter nooit terug gekeerd. Toen de mijn weer geopend werd en er in 1987 een toeristen ingang werd gemaakt, ontdekte men een hoeveelheid opaal in een nis ter waarde van $50.000,-- waarom de oude eigenaars het nooit zijn wezen ophalen weet men niet. Een lijst met uitleg maakt dat je zelf kan rondlopen en kijken in de mijn. Erg interessant om te doen en te zien. Ineke probeert buiten in de “Noodling pit” een paar mooie opalen te vinden. Een mijnwerker geeft uitleg hoe je dat het beste kan doen Het is echt verslavend want samen zoeken we nog een half uur tussen de stenen en vinden een paar mooie kleine steentjes. Helaas was de opbrengst niet genoeg om een eigen mijn te kopen dus gaan we maar terug naar de caravan. Dinsdag 22 mei 2007 Vandaag gaan we naar de Breakaways Reserves. Het is 32 km N van Coober Pedy en bestaat uit gekleurde zandheuvels en is afgebroken van de Stuart Range, vandaar de naam. Net buiten Coober Pedy gaan we over een dirtroad met enorme stofwolken als je iemand tegenkomt. Na 15 km komen we bij de Dogfence, een twee meter hoog hek van 5600 km lang om de schapen te beschermen tegen de Dingo’s. We komen nu over de Moonplain, het is ook net een maanlandschap. Het is net of de prachtig gekleurde zandheuvels hier zijn neergezet voor de toeristen in een verder uitgestrekte kale vlakte. De zon zorgt voor een mooi kleurenspel met de verschillende kleuren zand van de heuvels die door erosie zijn overgebleven na het opdrogen van de binnenlandse zee en de duizenden jaren natuurgeweld. Opeens zien we twee kangaroes, vreemd om leven te vinden in zo’n omgeving. De techniek staat voor niets, boven op de lookout gaat de telefoon en Ineke heeft haar vriendin Corrie uit Nederland aan de lijn, wel grappig als je zo ver van de bewoonde wereld af bent. De zon gaat al bijna onder als we terug rijden langs de molshopen die zich tot 40 km rondom Coober Pedy uitstrekken. Woensdag 23 mei 2007 We vertrekken vandaag naar Marla, een ritje van 230 km. Ray en Etna waren ook in Coober Pedy en rijden een paar dagen mee op. Het is half tien als we vertrekken, de weg is mooi en de spaarzame auto’s die we tegenkomen groeten bij het passeren. Het uitzicht is strak en vlak met hier en daar een heuvel en spaarzame begroeiing. Er komt een trein langs richting Port Augusta, enorm lang en veel containers twee hoog op de wagons getrokken door twee grote locomotieven. We passeren twee fietsers, ik kan de grap niet helemaal inzien van een fietstocht door zo’n landschap maar ik vind het wel dapper. Half een rijden we het caravanpark op van Marla dat gelegen is achter het Roadhouse en maken er een rustige middag van. Donderdag 24 mei 2007 Vandaag weer een korte rit, 180 km naar Kulgera. Het eerste Roadhouse en caravanpark over de grens met het Northern Territory. We vertrekken om half tien en als we om 11 uur stoppen op een restarea zien we een fietser die een lift heeft gekregen van een vriendelijk stel met ruimte over in hun Ute voor een passagier met een fiets. Om kwart voor twaalf passeren we de grens en maken een foto van ons bij het monument. Het verschil is gelijk te zien, de snelheid mag hier 130 km per uur en de Road Trains zijn 53,5 mtr lang. Er zijn nu meer heuvels en er is meer begroeiing. De omgeving is ook rotsachtiger met hier en daar enorme rotsblokken. Het is nog geen half 1 als we bij Kulgera Roadhouse aankomen. We boeken 1 nacht en ik tank bij de pomp de auto weer vol. De diesel kost hier $1,64 niet echt goedkoop maar zonder gaat het ook niet. Het is een echt stopover park, aan het eind van de middag staat het park bijna hellemaal vol. Ineke gaat op visite bij Etna en ik kijk met Ray de film “Walk the line” van Johnny Cash, want buiten wordt je weggedragen door de vliegen. Vrijdag 25 mei 2007 We gaan vandaag naar Uluru (Ayers Rock) en rit van 325 km. De sprinkler stond naast onze caravan en we staan op het gras. Ik neem de autoborstel en sluit de slang van de sprinkler aan en geef nog even snel voor we weggaan de auto een snelle wasbeurt. Kwart over acht zijn we weer op weg. Om half tien stoppen we bij Erldunda Roadhouse en nemen we afscheid van Ray en Etna die doorrijden naar Alice Springs. Wij gaan linksaf voor de volgende 250 km naar Uluru. 50% van het Northern Territory is Aboriginalland en de namen zijn op de borden veranderd of tweetalig. We stoppen bij de lookout van Mt Conner, een Tafelberg die driemaal de massa is van Uluru. We drinken koffie bij Curtin Springs en om half twee rijden we het caravanpark van Ayers Rock Resort op. Uluru, Kata Tjuta (The Olgas) en Watarrka (Kings Canyon) trekken jaarlijks 3.500.000 bezoekers. Dat moet ook betaald worden, het park is $34,-- per nacht, omdat het per persoon gerekend wordt en als we om vier uur naar het park rijden om de zonsondergang te zien bij Uluru moeten we nog eens $25,-- pp betalen al mag je dan wel drie dagen het park binnen komen. Het is de bekendste monoliet van Australië en wereldwijd bekend. Als je dichterbij komt zie je pas echt hoe enorm groot hij is en dan te bedenken dat twee derde deel van de rots onder de grond zit. Er zijn speciale parkeerplaatsen gemaakt voor de zonsondergang en voor de zonsopgang. De vele toeschouwers komen net als wij kijken hoe de kleuren veranderen van Rood naar Paars. Het is een fascinerend gezicht. Een lange dag en ik ga na het eten lekker slapen want ik wil morgen ook de zonsopgang zien. Zaterdag 26 mei 2007 Ik sta om kwart over vijf onder de douche en om tien over zes rij ik het park in. Het gaat om zes uur open en het is nog roet donker. Er zijn al een paar auto’s en terwijl wij wachten op de zon komen er steeds meer auto’s en bussen met backpackers om deze enorme bult te zien verkleuren naar vlammens rood. Persoonlijk vond ik de zonsopgang nog mooier dan de zonsondergang. Terug bij de caravan ontbijten we en om kwart voor tien rijden we weer naar het park om nu naar Kata Tjuta te rijden. Een rit van 45 km. Van een afstand is het net of ze vlakbij elkaar liggen maar als je dichterbij komt zie je wat een enorme bulten het zijn. De vliegen zijn ook weer wakker geworden en proberen ons uitzicht te bederven door steeds te proberen in je mond, neus of oren te komen. We plukken allebei een takje om de vliegen van ons hoofd weg te houden. Bij de volgende stop besluiten we toch onze vliegennetjes te gaan gebruiken. Het uitzicht is nu wel iets minder maar het gevoel een stuk beter. De wandelingen die ze aangeven zijn mooi om te lezen en omdat het voor Ineke moeilijk is heb ik een excuus om de wandeling niet helemaal te doen ;-) Op de terugweg rijden we om Uluru heen en maken een korte wandeling naar de rots waar een bron is en waar al eeuwen het water uit de rots naar beneden komt. Een vermoeiende dag waarin we wel heel veel gezien hebben. Zondag 27 mei 2007 Vandaag gaan we naar Watarrka National Park, weer een rit van 300 km. Het is heuvelachtig en er is veel begroeiing en we kijken of er dieren te zien zijn. Gelukkig geen dooie langs de weg want dat is altijd een triest gezicht. We waren weer net te laat om een paar Eagle’s te fotograferen maar het wordt goed gemaakt door een kleine kudde Camels die langs de weg aan het grazen zijn en brutaal oversteken. Een mooie gelegenheid om ze van dichtbij op de foto te zetten. Een eindje verder zien we een paar wilde paarden (Brumby’s ) die de weg oversteken met achteraan een mooie hengst die de kudde bij elkaar houd en aan de andere kant in een stofwolk verdwijnen. Dit alles maakt het een mooie rit. Om kwart voor 1 rijden we Kings Canyon Resort op, een Caravanpark aan de voet van Watarrka en we nemen voor de rest van de dag vrij. Maandag 28 mei 2007 We besluiten dat ik de wandeling ga maken en voor Ineke een helikoptervlucht te boeken. Voor de zekerheid gaan we vroeg inboeken maar helaas, minimaal twee personen en maximaal drie, anders vliegen ze niet. Ineke gaat op de wachtlijst, als er dan plek is halen ze haar op bij de caravan. Ik zet Ineke af bij de caravan en ga naar Kings Canyon voor de korte wandeling. De grote wandeling begint met een steile klim langs de rotswand omhoog en daarna boven langs en om de canyon. Dat is mij toch iets te dol en de korte wandeling lijkt mij ver genoeg. Het is lastig genoeg, de wandeling is toch veel over ongelijke rotsblokken en ik moet uitkijken om niet mis te stappen en toch genoeg om mij heen kijken en te genieten van het uitzicht en de rust. Het lijkt mij prachtig om hier te kijken als het hevig regent, je kan zien dat het water dan met geweld langs stroomt. Aan het eind is een platform gemaakt met banken waar je kan uitrusten en foto’s maken. Terug bij de caravan is Ineke nog steeds niet gehaald en ik ga de auto vol tanken omdat we morgen weer verder gaan. Half vijf, een klop op de deur, het busje is er om Ineke op te halen. Ze mag voorin de helikopter zitten en ze vliegen een half uur lang over de canyon en op de terugweg over het caravanpark, waarna ze netjes weer voor de caravan wordt teruggebracht. Het was voor Ineke na de vele vluchten met uiteen lopende modellen vliegtuigen de eerste keer met een helikopter. Een leuke afsluiting van ons bezoek aan Kings Canyon. Dinsdag 29 mei 2007 Ik was gisterenavond gewaarschuwd dat er in het donker Dingo’s over het caravanpark lopen. Van ochtend bleek toen ik ging douchen dat 1 slipper was gesloopt door de Dingo’s. Gelukkig hebben we die “dure” slippers in voorraad dus ging ik toch netjes gekleed naar de douche. We gaan op weg naar Alice Springs en willen een tussenstop maken bij Mt Ebenezer, een rit van 220 km en je kan daar gratis met de caravan overnachten alleen als je stroom wilt hebben moet je dat wel betalen. Het Roadhouse is wel leuk maar om daar met je caravan te staan is niet echt aantrekkelijk. We besluiten daarom nog 60 km door te rijden naar Erldunda. Een mooi caravan park met een Roadhouse aan de Stuart Hwy, waar wij om 1 uur boeken voor 1 nacht. Woensdag 30 mei 2007 Het is nog maar 200 km naar Alice Springs dus kunnen we rustig aan doen. We zijn vooruit geboekt voor zeven nachten, dat is wel nodig want het is erg druk met caravans in de wintermaanden omdat de zomers te heet zijn. Het uitzicht is nog steeds hetzelfde, de lange bruggen die over de brede zandbeddingen gaan laten zien dat als het regent de droge zandbeddingen veranderen in snel stromende rivieren. We stoppen voor koffie bij Stuarts Well, ook bekent als Jim's Place. Het is een Roadhouse met er naast een Camelfarm. Je kan er gratis staan met je caravan en het ziet er allemaal netjes en verzorgd uit. We hebben al geboekt in Alice Springs, anders had het wel leuk geweest om hier een nacht te blijven staan. In het Roadhouse zit eigenaar Jim Cotterill met zijn zingende en piano spelende dingo Dinky. Hij is bezig verhalen te vertellen over de “beroemde” Dingo aan de overige klanten en als slot loopt de dingo over te toetsen van de piano en als Jim meehelpt door op de toetsen te slaan begint de dingo mee te “zingen”. Echt een plaats om nog eens terug te komen en te genieten van de vele verhalen die Jim kan vertellen over de begintijd dat hij met zijn vader een weg maakte naar Kings Canyon en de toeristen van Alice Springs naar de canyon heen en terug bracht. We rijden door de opening in de MacDonnell Ranges Alice Springs binnen en we zijn nu in het geografische hart van Australië. Om 1 uur melden wij ons bij het Stuart Caravan & Cabin park en besluiten om hier minimaal een week te blijven. We hebben de afgelopen maand veel gereden en het wordt tijd om eens wat rustiger de omgeving te verkennen. Will be continued Er zijn deze keer erg veel foto's 82 in Mei 2 a en 93 in Mei 2 b dus even geduld met het laden Klik hier voor de foto's Mei 2 a Klik hier voor de foto's Mei 2 b Update van deze pagina zaterdag 30 juni 2007 |