The Big Trip

Oktober 1

Woensdag 1 oktober 2008

Het is al twaalf uur en al te laat voor een rit langs de westkant van de peninsula (schiereiland), dat doen we dan maar morgen of overmorgen. We rijden langs de oostkant een stukje terug voor een rit naar de Thomas Carter Lookout. De weg naar Shothole Canyon is afgesloten daar kunnen we niet heen. De volgende afslag gaat naar de Lookout. Ze gaan alle twee naar de westkant van Cape Range National Park. Gelijk bij de afslag zien we de weg steil omhoog gaan en op het bord staat dat het elf km tot de Lookout is. Het uitzicht is veel beter dan ik had verwacht. Mooi uitgesleten rotsen en een geweldig uitzicht over de stranden en in de canyons. De door erosie uitgesleten bergwanden geven mooi de verschillende kleuren in de lagen aan. De weg is op de vele gevaarlijke stukken afgezet met vangrail. Ik dacht eerst dat je door kon rijden en via die andere weg weer eruit kon rijden. Dat bleek niet waar want vanaf de afgesloten oliebron moest je weer terug en kon je op de smalle stukken tegenliggers krijgen. Bij de vangrail ging de kant steil het ravijn in en was het een veilig gevoel dat die vangrail er was. Het was een heerlijke rit met prachtig uitzicht al was het laatste stukje weg naar de Lookout verschrikkelijk en met een normale auto haast niet te doen. De Lookout zelf viel een beetje tegen, je kon daar wel een drie uur durende wandeling maken langs het ravijn maar dat hebben wij maar aan de echte wandelaars overgelaten.

Vrijdag 3 oktober 2008

Vandaag maken we toch maar de rit naar de westkant van het National park. Het is een half uurtje rijden tot aan de ingang van het park waar je moet betalen. Voor een auto $10,-- en voor mensen met een seniorkaart (wij dus) is het maar $ 5,--. Je kan op de verschillende punten bij het strand kamperen tegen een kleine vergoeding en de plaatsen waar nog een plekje is staat op het bord aangegeven. Er zijn veel toeristen want de meeste camp plaatsen zijn vol en dan rijden er ook nog heel veel dagjesmensen zoals wij rond. We stoppen bij het informatiecentrum en daar is veel te zien en te lezen. Er is zelfs een filmzaal waar verschillende films over de planten, dieren en het rif zijn te zien, keurig verzorgd. Ook het verschil tussen cyclonen en tornado’s wordt uitgelegd en de betekenis van de wereldwijd verschillende benamingenvoor dezelfde stormen. We besluiten eerst maar naar het einde te rijden en vandaar terug en dan te stoppen bij de stranden waar we willen kijken. Door het schitterwitte zand, dat bijna zeer doet aan je ogen als je geen zonnebril op hebt, heeft het water een bijna onnatuurlijke prachtige blauwe kleur. Het Ningaloo Coral Reef, waar veel mensen naar komen kijken ligt hier zo dicht langs de kust dat je op veel plaatsen met een snorkel vanaf het strand de vele verschillende vissen en koraal kunt zien. Vanaf het strand is de branding tegen het rif dan ook heel goed te zien. Het is een heerlijke dag en het ploegen door het zand op de verschillende punten waar we gaan kijken maakt wel dat we om half vijf afgeknoedeld zijn. We hebben weer veel mooie foto’s gemaakt van de verschillende bloemen en bij het uitrijden van het park komen we ook nog een mooie Emu tegen. Ondanks de drukte van de vele toeristen was de rit zeker de moeite waard.

Zaterdag 4 oktober 2008

We gaan vandaag weer een stukje verder naar beneden. Het is maar 170 km naar Coral Bay en daar hebben wij geboekt voor een week, dus echt haasten hoeven wij ons niet. De omgeving is vrij vlak en met de nog laag staande zon zijn de vele termietenheuvels goed te zien. Nu ik er over gelezen heb is het eigenlijk niet te begrijpen hoeveel termieten er zijn, zeker als je bedenkt dat er in elke heuvel miljoenen termieten kunnen leven. Coral Bay is eigenlijk maar één straat met links twee caravanparken en een hotel en rechts een Backpackers hotel en een klein winkelcentrum met enorme prijzen. We waren al gewaarschuwd dat je alles moest meenemen omdat alles hier schreeuwend duur is. Ineke had de voorraden goed aangevuld in Exmouth al was het daar ook niet echt goedkoop. Hier is het wel even schrikken als je ziet dat één rode ui $ 1,80 kost en het fruit $0,90 per stuk. Op het caravanpark is alles zand met spaarzame sprietjes gras. Het water komt van 850 mtr. diep en  is ruim 40 graden en zilt. Er zijn wel een paar aparte kranen op het park waar je normaal drinkwater kunt tappen maar in de caravan moeten we het met onze eigen voorraad water doen. Gelukkig hebben we 2 x 90 ltr. En dat is voor één week meer dan voldoende. Kunnen we de tanken weer eens leeg maken en in Carnarvon weer opnieuw vullen.

Zondag 5 t/m vrijdag 10 oktober 2008

Coral Bay is geweldig als je wilt snorkelen of duiken. Met kinderen is het ook geweldig, ze steken de (doodlopende) straat over en zijn op het strand dat heel geleidelijk afloopt dus ideaal om te zwemmen. Wij zijn helaas snel uitgekeken, Ineke is een paar keer wezen zwemmen maar om te vissen waait het te hard en verder is er eigenlijk niets te doen. De roombroodjes bij de bakker zijn wel heel geweldig, zo hebben we ze nog niet kunnen vinden. Ik ga iedere dag een stukje rijden om het accu op te laden zodat we niet voor een verrassing komen te staan. Als we niet voor een hele week geboekt (en betaald) hadden, waren we eerder weggegaan. Uitrusten, lezen en uit de zon blijven dus.

Zaterdag 11 oktober 2008

Het is 250 km naar Carnarvon en om op tijd bij Beaurepaires te zijn voor ons nieuwe accu, gaan we om 8 uur rijden. Beaurepaires sluit op zaterdag om twaalf uur en omdat ik zelf de accu’s omzet is tien minuten voor twaalf ook tijd genoeg. De weg is lekker vlak en we hebben wind mee en schieten dus snel op. We maken een snelle sanitaire stop bij Minilya Roadhouse en zijn om elf uur in Carnarvon. We zijn langs Beaurepaires gekomen en weten dus waar het is en omdat het Caravanpark op dezelfde weg is , gaan we eerst de caravan neerzetten. Het Coralcoast Caravanpark is een leuk en schoon park en vlak bij het centrum. Ik ben om kwart voor twaalf bij Beaurepaires en blij dat ik eindelijk het accu om kan ruilen. NIET DUS, een “slimme gozer” met een interessant uitziende meter wil eerst meten (voor de zoveelste keer). Mijn bloed begint dus al zachtjes te borrelen. “Nothing wrong mate, accu is OK” en met een blik op het nummer van de accu zegt hij ook nog dat hij uit de garantie is. Ik zeg hem dat we net drie en een half uur gereden hebben en dat de twee accu’s zijn door verbonden. Ik vertel hem dat wat hij nu doet in Exmouth ook al gedaan is en die kon het ook niet meten met zo’n zelfde “slimme”meter. Daar moest ik ook naar een auto electrician om te laten meten. “dit is een $2.500,-- machine en meet heel goed” zegt de “slimme” gozer. Mijn bloed is nu echt op kookpunt en ik ontplof en zeg hem dat  fxxx machine  los te maken en vertel hem hoe ik over hem en Beaurepaires denk terwijl ik de motorkap dichtgooi. Ik pak achter in de auto nog de deksels van de accu waarop staat dat er twee jaar garantie opzit en vraag of hij kan lezen. Mensen waar je ruzie mee maakt kan je niets meer van verwachten en hij zegt dat ik maar naar Tyrepower moet gaan. Ik rij weg omdat ik niet voor moord opgesloten wil worden en stop een eindje verder langs de kant om de hartslag weer een normaal tempo te laten krijgen. Terug bij de caravan gaan we eerst maar eten en omdat we in het weekeind niets kunnen doen, laten we het maar rusten tot maandag.

Maandag 13 oktober 2008

Gisteren heb ik de Centurion accu losgemaakt, kan hij rustig leeglopen en komt er niets bij als ik de auto weer start. Voor we weer naar Melbourne gaan bellen ga ik eerst naar Tyrepower in Carnarvon en vraag netjes of zij mijn accu’s kunnen doormeten. Vriendelijke mensen en de chef komt er zelf bij met een zuurweger om de cellen van de accu te meten. De tweede cel (van de zes) is kapot en zo loopt het accu leeg. Gelukkig verkopen ze geen Centurion accu’s anders had hij ook zo’n “fijne”meter gehad, ze kunnen mij wel een ander accu verkopen maar niets aan de garantie met de Centurion accu doen. Ik leg het probleem uit en vertel over de slechte behandeling bij Beaurepaires. Zijn advies “wacht tot de volgende stad en ga daar voor garantie” ik bedank hem vriendelijk en ik herhaal voor mijzelf dat mensen waar je ruzie mee maakt, daar krijg je niets meer van gedaan. Ik zet het verstand maar weer op nul en ik ga terug naar Beaurepaires. De chef zelf is er nu wel en ik vraag of hij mijn accu kan meten. Hetzelfde verhaal, hij komt met het beruchte meetapparaat van Centurion en zegt dat het accu OK is en alleen geladen moet worden. Ik vertel hem “vriendelijk” dat de tweede cel kapot is en hij gaat zowaar de cellen meten. HOERA ! hij meet ook dat de cel kapot is en eindelijk krijg ik dan een ander accu. De service van Beaurepaires gaat niet verder dan een nieuw accu dat bij de auto wordt neergezet en de rest moet ik zelf maar doen. Een klein half uur later staan de accu’s weer op de goede plaats en start de auto weer normaal. Ik bedank de chef heel hartelijk voor de “geweldige” service, wat aanvaard wordt met een zuinig knikje en ik ga heel tevreden terug naar de caravan.

Woensdag 15 oktober 2008

We hebben weer een betrouwbaar startende auto dus gaan we maar weer eens sightseeing. We gaan naar het Jetty Train Museum en het gerestaureerde huis van de vuurtorenwachter. Het is bij de monding van de Gascoyne River en we rijden eerst de hele weg uit en als we keren zien wij op de weg een Thorny Devil. Ik heb er al veel plaatjes van gezien maar nooit een echte. Hij is veel kleiner dan ik had verwacht maar wel heel mooi om te zien. Het huis van de vuurtorenwachter is gebouwd in 1897 en is door veel families bewoond tot 1980. Het stond toen vier jaar leeg en was half gesloopt door vandalen. Het is door het Carnarvon Historical Society gered en op de lijst gezet van het National Trust. In 1998 werd het huisje, de Jetty en het spoorlijntje, dat op de Jetty rijd, samen het Carnarvon Heritage Precinct. Het huisje is mooi gerestaureerd en weer in oude stijl gemeubileerd. De waterput voor het huis is heel apart met een snel ronddraaiende veer, door de snelheid blijft het water aan de veer hangen en kan zo gebruikt worden. Het overige water loopt via een klein gootje weer terug in de put. Het kleine treintje rijd op en neer over de 1 mile Jetty , ik heb hem niet gemeten maar vanaf de watertoren kan je zien dat hij heel lang is. De Jetty is de langste in het Noordwesten van Western Australia en gebouwd in 1897. Hij staat op 674 palen en de kop staat op 310 palen. De restauratie is nog steeds bezig en sinds 1998 zijn er al 240 palen vervangen. Een dure grap want elke paal kost $2.500,-- aan transport en plaatsing. Er kwamen gemiddeld 100 schepen per jaar aan deze Jetty, het was ook de eerste haven in Western Australia dat levend vee exporteerde. In 1900 was er genoeg politieke druk vanuit de gemeenschap om een railway aan te leggen om de goederen van en naar de stad en de Jetty te brengen. De eerste treintjes werden door paarden getrokken of opgetuigd met een zeil. In 1908 kwam het eerste stoomtreintje. (er is veel veranderd in maar 100 jaar) De watertoren werd toen gebruikt om het water via een pijpleiding naar de stoomschepen te brengen die aan de Jetty lagen en om het vee te laten drinken. Het  geeft nu een prachtig 360 graden uitzicht over de omgeving. In het treinmuseum zijn de mooi gerestaureerde locomotiefjes en wagons te zien. Er is ook een opstelling gemaakt waar je kan zien hoe de schapenscheerders werkten compleet met wolpers. Op de terugweg rijden we nog even langs de mooie boulevard waar je een goed uitzicht hebt over de rivier. Een paar mooie en gezellige dagen in Carnarvon.

Will be continued

 

Klik hier voor de foto's van Oktober 1

Index    Inleiding      Vergelijk

Update van deze pagina Wednesday 12 November 2008